Dag 24 en 25

18 november 2014 - Utrecht, Nederland

Zondag 16 november Windhoek.

Na ons goede ontbijt is het nog 100 km naar Windhoek. We rijden dit in een dik uur. We hebben een reservering staan voor het Vondelhof guesthouse. Ondanks dat Vondel mij 2200 euro kostte, staat het guesthouse ons wel aan. Het is dicht bij het centrum.
Na alle spullen uit de auto te hebben gehaald en opnieuw geordend te hebben, gaan we rond half 4 de stad in. De stad is uitgestorven er lopen maar weinig mensen rond. We zien ook maar weinig toeristen. De stad is zo niet gezellig maar dat ligt ook wel aan het weer, er is onweer op komst.
Het is een moderne stad met hier en daar een koloniaal gebouw uit de Duitse tijd. Het is er vooral smoezelig maar we voelen ons niet onveilig. Wel worden we voor de zoveelste keer in dit land aangesproken door iemand die ons kunststof balletjes wil verkopen met mogelijk onze naam erin gekerfd. Zoals gewoonlijk vragen ze eerst of we German zijn en daarna Suiss. Nooit eens iemand die raadt dat we uit Nederland komen. Waarom verkopen al die mensen hetzelfde nutteloze item?
Van Gambia hebben we geleerd om door te blijven lopen. Als je zegt dat je die dingen al een keer gekocht hebt, zeggen ze dat je ze dan voor je familie kan kopen. Dit hoort bij Afrika en zolang ze niet te opdringerig worden is het te doen.
We lopen wat rond maar als de donder dichterbij komt, keren we terug naar het hotel. We reserveren nog bij het restaurant om de hoek op de Mozartstraat, Nice geheten. Hier wordt gekookt door koks in opleiding. Als we bijna verblind worden door een bliksemschicht en we meteen daarna het gedonder horen, spoeden we ons naar ons gasthuis. ’s Avonds pakken we flink uit in het restaurant. De oryxsteak was overheerlijk.
We lopen gewoon terug naar huis tegen het advies van de receptioniste in. Zij vond dat we voor die 500 meter een taxi moesten nemen. Zo gevaarlijk is het hier nou ook weer niet.

Maandag 17 november Windhoek.

Het is wel een gevaarlijke stad maar dat ligt aan het verkeer. We moeten een aantal keren met gevaar voor eigen leven oversteken als we door de stad aan het wandelen zijn. Ze razen op je af zonder gas terug te nemen waardoor we halverwege het oversteken een sprint moeten trekken naar de overkant. Daar komt bij dat je met het links rijden door de aanwezige automatismen moeite hebt om het verkeer te peilen. Ondanks dat de mobiliteit lang niet zo hoog is als in Nederland en dat er meer dan 8 keer minder mensen wonen, zijn er in Namibië evenveel verkeersslachtoffers te betreuren als in Nederland. Daarmee scoort Namibië gemiddeld het slechts van heel Afrika. Niet zo heel gek als je bedenkt dat je op voor ons vergelijkbare tachtigkilometerwegen 120 mag. Meestal wordt er 140 gereden en zijn er hierdoor veel inhaalmanoeuvres.
Overigens weten we nu dat de geheimzinnige bermwerkers bezig zijn met het weghalen van hoog gras zodat je eerder een wild dier ziet naderen.
In tegenstelling tot gisteren is de stad nu wel aangenaam. Er lopen overal mensen rond en het ziet er door de zon aangenaam uit. Er zijn toch ook wel een paar aardige plekken te vinden maar over het algemeen is het een gemiddelde stad.
We lopen nog  2 uur door de stad om daarna af te sluiten met een lunch in Mugg and Bean. Zo goed als het ontbijt was in Johannesburg zo slecht is nu de lunch. Bij de burger en het broodje dat we besteld hebben, zitten zeer bleke smakeloze frietjes. We krijgen in eerste instantie niet wat we besteld hebben zonder excuses van de ongeïnteresseerde ober, de ananas die bij de burger hoort te zitten ontbreekt en bij de rekening moeten we toch het wat duurdere foutief bezorgde gerecht betalen. We hebben geen zin om stennis te maken en betalen het maar gewoon.
We weten nu dat dit slechte eten niet representatief was voor dit prachtige land. We hebben overal lekker gegeten en alles was goed verzorgd.
We hebben, tot verbazing van de verhuurmaatschappij meer dan 6000 km gereden maar het rijden was mede door de kaarsrechte en rustige wegen nooit vermoeiend.
Als we naar het vliegveld rijden, zien we nog een auto met aanhangwagen als een  dood vogeltje in de berm liggen.
We hebben een nachtvlucht vanuit Johannesburg. Op Johannesburg zelf hebben we maar liefst 5 uur overstaptijd. Gelukkig hebben we op het winteruurtje na geen tijdsverschil en kunnen we redelijk slapen in het vliegtuig. Om 10 uur landen we in het druilerige Amsterdam. Aan de kou en de drukte zullen we weer even moeten wennen.