Namibie dag 8-14

7 november 2014 - Swakopmund, Namibië

Vrijdag 31 oktober Tsumeb.

Zoals gepland wordt dit een lange rijdag. We vertrekken na het ontbijtbuffet in de lodge, waar we nog worden verrast door de African paradise flycatcher, een van de mooiste vogels die je hier kan treffen.
We moeten ongeveer 550 km overbruggen maar dat gaat wel over asfaltwegen waar we gemakkelijk de 100 halen. We passeren weer heel veel kleine traditionele dorpjes waar het vee losloopt. Rond 150 km voor Grootfontein is er een MKB-controle waarna we alleen nog maar met hekken afgesloten velden zien. Geen loslopend vee meer, waarschijnlijk is dit het terrein van de blanke boeren.
We rijden heerlijk door. Er zijn geen files in dit land, de wegen bevatten geen gaten en er zijn geen hoge bergen, we halen bijna 100 per uur.
Rond 3 uur zijn we al op de plaats van bestemming, Tsumeb. Hier doen we de boodschappen voor 4 dagen, we verwachten nl. in Etosha geen grote winkels. In Tsumeb is 1 resort met 27 campingplaatsen, als we daar aankomen, blijkt het verrassend genoeg volgeboekt te zijn. 15 km verder op de weg naar Etosha ligt volgens de receptioniste de volgende kampeermogelijkheid. We rijden de 15 km en zien inderdaad een lodge aangegeven staan maar deze ligt nog wel 12 km van de weg af.
Ze hebben gelukkig nog een kampeerplaats, zij het een primitieve. Midden in de bush bevinden zich een provisorisch gemaakt washok en toilet. Maar er is licht, we kunnen warm douchen dus wat is er eigenlijk primitief aan?
Bij de receptie vertellen ze ons dat ze ook bijna vol zitten. Dit komt omdat er de hele week in Tsumeb het jaarlijkse copper-fest wordt gehouden ter ere van de kopermijnen. Ondanks deze uitleg maken we ons een beetje zorgen over een slaapplaats in Etosha. Omdat we nu toch weten wanneer we waar zijn, besluiten we, gebruikmakend van de goede internetverbinding, te reserveren.
’s Avonds eten we een eenvoudige steak in het restaurant waarna we ons terugtrekken in de bush. Een nadeel van de bush is het aantal insecten er zitten er genoeg in allerlei soorten en maten. In ons washok treffen we een vrij grote gekko aan die zich tegoed doet aan al deze lekkernijen. Muggen zien en horen we gelukkig niet veel.

Zaterdag 1 november Namutoni

Dat van die muggen had ik niet moeten schrijven. Wat een slechte nachtrust was het. Kennelijk bevat onze tent wat openingen waar muggen doorheen kunnen dringen. Vannacht hebben we constant gezoem gehoord daarnaast was het ook nog eens erg warm. Eerst denk je nog dat zo’n beest op een gegeven moment wel genoeg bloed heeft opgezogen maar er bleken wel 20 muggen in onze tent gezeten te hebben. We richten een bloedbad aan onder de muggen maar ik vrees dat het ons eigen bloed is.
Gelukkig geeft de zon en het felle licht genoeg energie om fit de dag door te komen.
We rijden rond 8 uur naar Etosha waar we om half 10 arriveren bij de toegangspoort. Hier worden we niet hartelijk welkom geheten. Veel Namibiërs snappen niet dat ze vriendelijk moeten zijn tegen hun klanten.
Ook bij het kamp in Namutoni gaat het er niet hartelijk aan toe maar we hebben wel een slaapplek voor vannacht.
Etosha is 22000 km2 groot(1/2 Nederland) en dan te bedenken dat het park oorspronkelijk 4 keer zo groot was.
Als eerste gaan we te voet naar de waterbron die aan de rand van het kamp ligt. Hier worden we meteen overstelpt door het aantal dieren. Bij de bron zien we giraffen, gnoes, springbokken en maraboes. Het is een prachtig gezicht al die dieren bij elkaar.
Vlak daarna gaan we rijden. Er zijn allerlei wegen die leiden naar waterbronnen. Dat is waar dit park bekend om staat. Er is een hele grote zoutvlakte met daaromheen savanne. Drinkwater is er schaars waardoor de dieren gedwongen zijn dicht bij waterbronnen te blijven.
We rijden langs grote open vlaktes. Dat is een groot verschil met Kruger daar heb je heel veel dichte savanne. Je ziet hier veel makkelijker grote kuddes. Zebra’s, impala’s, springbokken, struisvogels en gnoes in overvloed. Olifanten en giraffen zien we ook veel. 1 keer wachten we 20 minuten op een kudde van 20 overstekende olifanten met veel jonkies daartussen.
Hoogtepunten zijn de witte neushoorn, de grote trap en met name 2 secretarisvogels. Helaas zagen we die nog in de verte maar deze vogel is zo imponerend dat het mijn favoriet is. Ooit 13 jaar geleden in Zuid-Afrika zag ik een glimp van deze vogel. Nu zien we ze, zij het van verre, uitstekend.
Als we weer op de camping arriveren, is het een stuk drukker geworden. Francolines en mangoesten lopen tussen de campers en tentjes door. Altijd mooi om te midden van de natuur te kamperen.
’s Avonds rond de schemer gaan we weer bij de waterbron kijken maar nu zien we niets bijzonders meer. Rond bedtijd begint het ineens hard te waaien. Er zijn flinke windstoten die onze tent doet schudden maar gelukkig houdt ie het.
’s Nachts zal het flink regenen.

Zondag 2 november Halali

De zon is weg, het is een stuk koeler, af en toe regent het zacht tot matig.
Het weer is hier in ieder geval nog niet van slag. Rond 1 november zou het regenseizoen beginnen en voilà.
Ik kan deze dag het beste samenvatten middels een opsomming van wat we gezien hebben. Het is niet altijd nodig om andere dieren te zien. Dezelfde dieren in een totaal andere setting is ook zeer welkom.

We zien:
- Drie leeuwen liggend in het ochtendzonnetje bij een boom.
- Een zwerm bijeneters die op z’n zwaluws water drinken bij een poel.
- Ongeveer 80 zebra’s die in colonne op weg zijn naar een waterbron. Het hoefgekletter en het geklots in het water zijn onvergetelijk.
-  Bij de waterbron van Halali 10 olifanten drinken. Een voorstelling die bijna een half uur duurt.
- 3 leeuwinnen azen op een kudde, op hun hoede zijnde hartebeesten.
- 3 jakhalzen en 1 gevlekte hyena rond een karkas van een olifant.
- ’s Avonds 3 neushoorns bij de waterbron drinken en stoeien. Eveneens een voorstelling van een half uur.

Het is niet te veel om op te noemen maar toch een mooie lijst.
De camping Halali is lang niet vol. Gisteren bij Namutoni was de bezettingsgraad hoger maar deze camping heeft meer plaatsen. Het laagseizoen is begonnen.

Maandag 3 november Okaukuejo

Om 4 uur ’s nachts wordt onze tot dan toe goede nachtrust verstoord door het geluid van omvallende afvalcontainers. We horen flesgerinkel en een hoop kabaal.
We zijn te moe om polshoogte te nemen en slapen gewoon door tot 6 uur. Als ik eruit ga zie ik de ravage. Overal omvergegooide vuilnisbakken. Nog net zie ik de drie vandalen die hier verantwoordelijk voor zijn; honingdassen. Voordat ik een geslaagde foto kan maken is het tuig verdwenen.
We rijden weer heel wat af vandaag maar de warmte speelt de dieren parten. Veel dieren zoeken hun heil onder bomen. Van de regen van gisteren is niets van over. Het is weer net zo warm en stoffig als voor de regen.
In de ochtend zien we een flink stel gieren en een aantal jakhalzen bij een karkas. De jakhalzen zijn eerst aan de beurt, de gieren wachten hun beurt af.
Vooral bij een paar waterplaatsen is het feest. We zien veel dieren bij elkaar. Het record is 7(giraf, springbok, jakhals, olifant, oryx, zebra en struisvogel).
De secretarisvogel laat zich van heel dicht bij zien, we zien opnieuw een aantal leeuwinnen(ook onder een boom) en we maken kennis met de nesten van de sociale wevervogel. Het zijn eigenlijk een 100-tal nesten in een groot nest. Zeer bijzonder. Qua bouw doet het denken aan het nest van de marsupilami.
’s Avonds rond een uur of half acht gaan we nog even bij de waterbron kijken. Ieder kamp heeft zijn eigen waterbron waar de gasten op een soort tribune of op bankjes kunnen plaatsvinden om naar de voorstelling te kijken. Vanavond staan er 2 mannetjesleeuwen een bange giraf, wat jakhalzen, een grootoorvos en een neushoorn op het programma.
Als we aan komen lopen staat een giraf klaar om te drinken als hij plots overeind komt en vlug een veilige positie opzoekt. Een leeuw verschijnt ten tonele even later gevolgd door een tweede leeuw. Als ze zijn uitgedronken is het tijd voor wat jakhalzen of vossen. De giraf wacht nog steeds op een veilige afstand. Vervolgens is het tijd voor een zwarte neushoorn die zonder enig geluid opeens op het toneel was verschenen. De giraf is nog altijd niet zeker van de zaak. Als we weggaan is het half 9 en is de giraf nog altijd niet wezen drinken. Van 2 Nederlandse zussen die later op de avond de voorstelling hebben bijgewoond horen we de volgende dag dat de giraf uiteindelijk om half tien z’n dorst heeft gelest. De giraf is in mijn achting gedaald. Dan ben je zo groot maar toch nog zo bang.

IMG_5072IMG_4900IMG_4784

Dinsdag 4 november Khorixas

Vroeg uit de veren want we hebben om half zes een game drive.
Samen met 2 zussen uit Amsterdam en onze chauffeur Victor turen we de savanne af. Victor weet knap tussen wat struikgewas een wilde kat te spotten. Alle katachtigen op leeuwen na zijn lastig te spotten.
Hoogtepunten van de trip zijn 6 hyena’s die via een drinkplaats op weg zijn naar hun huis, een aanstormende neushoorn, drie neushoorns in draf en een gele mangoest.
We verlaten om 10 uur het park. We hebben veel dieren van zeer dicht bij mogen zien. Vaak veel beter dan in het Kruger. Een topattractie voor de dierenliefhebber.
We maken er verder een rustig dagje van, in 3 uur rijden we van het park naar Khorixas een plaatsje ten zuidwesten van Etosha. In Outjo doen we de boodschappen en tanken we weer bij.
De camping in Khorixas moeten we delen met een honderdtal trainees die opgeleid worden door de NWR(Namibian Wildlife Resort), de lodges zijn gevuld met een groot reisgezelschap.

Woensdag 5 november Khorixas.

Khorixas leek ons een goede bestemming om van daaruit naar Twyfelfontein te rijden. Dit ligt 90 km verder naar het westen. Morgen moeten we 70 van deze kilometers opnieuw doen maar we hadden geen informatie gevonden over goede slaapgelegenheden dichterbij.
In Twyfelfontein zijn 2000-6000 jaar oude rotstekeningen terug te vinden van de Bosjesmannen. Om daar te komen moeten we dus 90 km over een gravelweg rijden. Het landschap is totaal anders geworden. We hebben duidelijk de savanne verlaten en zitten in rotsachtige woestijn. Het geel van het gras, het groen van de struiken, het rood van de rotsen en het blauw van de lucht geven een prachtig kleurenpalet. We rijden door Damaraland, een vrij onherbergzaam en zeer dunbevolkt gebied. Regen valt hier nauwelijks. Af en toe zien we wat schamele gebouwtjes die door moeten gaan voor boerderijen.
Naast Twyfelfontein zijn er in de buurt nog een aantal attracties. Als eerste stoppen we bij de burned mountain. Je raadt het al, deze is zwart. Vrijwel om de hoek liggen de orgelpijpen. Door erosie zijn er in de rotsen pilaren ontstaan die lijken op orgelpijpen. De toegang is gratis maar je wordt wel begeleid door een gids die je een fooi mag geven. De gids is er meer uit voorzorg vanwege onvoorzichtige of lompe toeristen.
Bij Twyfelfontein is er een heuse receptie, hier wordt een gids aan ons toegewezen. Een goed systeem omdat je anders gebedel krijgt van mensen die graag jouw gids willen zijn. Samen met 2 Belgen gaan we op pad met onze vrolijke gids Raymond. Raymond vertelt ons wat over de historie van deze plaats en laat ons de rotstekeningen zien. Het zijn geen plaatjes waarbij je je moet afvragen welk dier er bedoeld wordt. De Bosjesmannen konden goed tekenen. Onze gids kent het Afrikaans ook redelijk goed en vindt het leuk om af en toe wat Afrikaanse woorden ertussen door te gooien. Hij is ook vrij goed onderlegd. Zo weet hij dat we een koning hebben, weet ie de donkere Belgische voetballers te noemen en kent hij de vogeltjesdans.
We vonden het zeer de moeite waard en geven hem een flinke fooi.
Op de terugweg pakken we nog het versteende bos mee. Boomstammen van coniferen van 260 miljoen jaar oud liggen hier in de woestijn en zijn volledig versteend. Het systeem met de gidsen werkt hier hetzelfde. We maken hier ook kennis met de welwitschia, de nationale plant van Namibie. De plant is al miljoenen jaren oud en weet te overleven met wortels van wel 30 meter. Respect voor deze plant.
Om half 3 zijn we weer terug van onze tocht en kunnen we weer even relaxen op de camping. Het is opnieuw verstikkend warm dus blijven we lekker in de schaduw zitten.
 

Donderdag 6 november Swakopmund.

..en toen draaide iemand de thermostaat omlaag.
We staan op met flinke bewolking. De nacht was veel warmer dan de dag ervoor toen we behoefte hadden aan een extra deken(wel bij ons maar stoppen we niet standaard in de tent). De temperatuur is verder goed. We hebben een flinke rijdag voor de boeg met een tocht door het Skeleton coast park. Eerst mogen we weer door het prachtige Damaraland rijden. Ligt het aan mijn rijstijl of is het gewoon pech? Ik rij op het gravel zo’n 80 a 90. Dat gaat allemaal goed alleen moet je af en toe even flink remmen bij een van de vele dalletjes die in de weg zijn gemaakt. Wellicht is hierdoor een band te heet geworden waardoor deze er de brui aan heeft gegeven. Na 50 km rijden horen we flap flap en een schrapend geluid. De hele linker achterband is aan flarden, we rijden bijna op de velg. We doen er een half uur over om de band te wisselen, wat best een zwaar karwei is. Er zal een nieuw wiel gekocht moeten worden.
We rijden met max 70 per uur door. We hebben nog een extra wiel bij ons maar die willen we niet verspillen. Als we Damaraland uitgaan en het Skeleton coast park inrijden hebben we nog zo’n 40 km westwaarts te gaan naar de Atlantische oceaan. Bij het inschrijven bij de ingang zagen we dat er langs onze kant dagelijks 1 a 2 auto’s binnenrijden. Desalniettemin had de poortwachter geen behoefte aan een praatje. Het is ondertussen gaan regenen en de temperatuur is gezakt tot onder de 20 graden. We houden de raampjes dicht.
Zien we bij de ingang van het park nog een paar kleine trappen en jakhalzen daarna is er niets anders dan niets. Zelden zo’n desolaat landschap gezien. Er groeit hier niets behalve op een aantal kleine duinpannen. Zodra er een duinpan van een paar centimeter is, nestelt zich daar een plant op. Verder is het zwart van het gneis, glimmerlei en graniet. Er schijnen hier ook leeuwen en woestijnolifanten te zitten maar wij vermoeden dat dat meer naar het noorden is. De skeleton coast, zo genoemd omdat veel schepen hier strandden strekt zich 500 km uit. Wij pakken daar 100 km van mee. 1 Scheepswrak zien we verder restanten van mijnbouw en heel veel niets. Af en toe maken we een uitstapje naar de kust waar een vrij stevige branding staat. We zien diverse soorten aalscholvers, een jakhals en een zeehond.
Het landschap is lelijk maar daardoor ook apart om doorheen te rijden.
Als we het park uit zijn, rijden we nog 100 km door over een zoutweg langs een soortgelijk landschap. De zoutweg oogt en rijdt als een asfaltweg. We hadden Henties bay als uitgangspunt genomen maar besluiten door het slechte weer door te rijden naar Swakopmund waar meer te beleven zal zijn. Swakopmund is van oorsprong een Duits stadje, er zijn goede slaapgelegenheden(we gaan nl. niet kamperen), goede restaurants en veel mogelijkheden voor een tour in de woestijn in of wat voor ons interessanter is naar een lagune waar het stikt van de vogels.
Rond 5 uur zijn we gearriveerd. We parkeren onze auto nabij 4 hotels/guesthouses. De eerste 3 blijken allemaal vol te zitten. Swakopmund is tezamen met Walvisbaai een zeer toeristische bestemming. Pas bij de 4e accommodatie hebben we prijs. De hoofdprijs, er rest nl. nog 1 suite voor de prijs van 1200 dollar. Dat is net nog onder de 100 euri. We doen het aangezien we te moe zijn om verder te zoeken. Het van de buitenkant schamele onderkomen blijkt van binnen een pareltje te zijn. Er is een prachtige tuin, de kamers zien er verzorgd uit en de eigenaars, een ouder Zuid-Afrikaans stel zijn zeer behulpzaam. We besluiten om hier drie nachten te blijven. Morgen mogen we naar een gewone tweepersoonskamer voor 800 dollar.
 We eten ’s avonds een heerlijke kingclip in het restaurant aan het eind van de pier, Jetty 1905 geheten, waar we ondanks het aanhoudende gedruppel een schitterende zonsondergang hebben(de zon komt net aan de horizon onder de bewolking uit) en we de twee Amsterdamse zussen uit Etosha opnieuw tegenkomen.

Foto’s

1 Reactie

  1. Ruben:
    7 november 2014
    Wow wat een beesten hebben jullie al gezien zeg. Klinkt allemaal weer erg goed! Geniet er lekker van!

    Groetjes,

    Ruben