Namibie dag 1-7

30 oktober 2014 - Popa Falls, Namibië

Donderdag 23 oktober 2014 Johannesburg

Mieke brengt ons om 7:30 naar Schiphol. Omdat de A12 naar Den Haag dicht is, is het zeer druk op de weg. Doordat we al ingecheckt hebben is de marge groot.
We vliegen om 10:30 met de KLM naar Johannesburg. Daar zullen we vlak bij het vliegveld overnachten.
2 films, 200 pagina’s uit mijn roman, 50 pagina’s Quest, 1 doorloper en 2 maaltijden later landen we om 21:00 op Johannesburg. Er is geen tijdverschil dus geen jetlag.
Er zou iemand staan van ons hotel met onze naam op een bordje maar op Johannesburg zien we niemand. Na wat rondgevraagd te hebben treffen we iemand die contact kan leggen met het hotel. Binnen 10 minuten worden we opgehaald. Om 22:00 zijn we in het hotel Dove’s nest. Het personeel is zeer ongeïnteresseerd maar wij hoeven hier alleen maar even te slapen. Even, want om 06:40 hebben we een vlucht naar Windhoek.
Als je zo dicht bij een vliegveld zit, heb je natuurlijk last van opstijgende vliegtuigen. Er zijn allerlei andere geluiden die ons niet in een diepe slaap brengen. Bovendien zijn we ondanks de 2 wekkers op onze horloges en de aangevraagde wake-up-call niet zeker dat we op tijd wakker zullen worden. We hebben kortom een slechte nachtrust.

Vrijdag 24 oktober Waterberg

We zijn natuurlijk veel te vroeg op het vliegveld. We houden 2 uur van tevoren aan maar er is tijd genoeg. Het is zelfs zo vroeg dat we langs de douane lopen zonder in de gaten te hebben dat we onze pas moeten laten zien. De enige douanier van dienst komt aangesneld om alsnog een stempel in ons paspoort te zetten. Nu we toch zoveel tijd hebben, kunnen we lekker ontbijten bij Mugs and Beans. We hebben een prachtige zonsopgang en een lekker ontbijt.
We vliegen met Nambia air. Ondanks de korte vlucht, krijgen we toch nog een ontbijt. Niet erg want het zijn nooit grote porties.
Het vliegveld van windhoek doet me denken aan Flamingo airport op Bonaire. Heerlijk kleinschalig.
Op het vliegveld worden we opgehaald door de verhuurder van de camper. Het bedrijf ligt bijna om de hoek.
We krijgen een uitgebreide uitleg over onze 4*4 met tent op het dak. De tent is een soort vouwkampeerwagen. Je klapt hem open en het staat.
We rijden eerst 45 km naar Windhoek om daar een supermarkt op te zoeken en om te pinnen. Het pinapparaat op het vliegveld werkte niet. We moeten links rijden en met de linkerhand schakelen, iets wat we al vaker gedaan hebben.
Na 20 km op een zeer rustige weg gereden te hebben komen we stil te staan achter de toch aanwezige medeweggebruikers. Een vrachtwagen met flessen aan boord is omgekieperd. Zouden ze hier ook allemaal andere dingen achter het stuur doen? Gelukkig zijn de flessen aan de bermkant gevallen. Na 10 minuten is de weg weer vrij.
In Windhoek treffen we een grote supermarkt waar we eten en drinken inslaan voor de komende 3 dagen. We hebben ook nog een verloopstekker nodig want hier gebruiken ze iets wat niet op onze multiverloopstekker zit. We zijn verrast dat het Afrikaans na het Engels de 2e taal is in Namibië. We dachten dat het een gehate taal was maar hier spreekt iedereen het. Oppassen dus met wat we zeggen.
Volgepakt beginnen we aan onze trip naar Waterberg in de savanne. Het grootste gedeelte gaat over een 2-baans geasfalteerde weg waar je 120 mag. We houden echter 100 aan. Het laatste stuk gaat over gravel, hier houden we 60 aan. Het landschap verandert nauwelijks. Er is laag struikgewas en rood zand. Naarmate we dichterbij Waterberg komen, wordt het aantal termietenheuvels groter. Elke 50 meter lijkt er wel een te staan.
Rond 5 uur zijn we bij Waterberg Wilderness. We hebben een prachtige plek voor onszelf met eigen washok. Er zitten veel vogels en er zijn een flink aantal korte wandelingen rond het terrein uitgezet. Vlak voor het eten maken we een korte wandeling waarbij we al veel soorten vogels zien.
Waterberg bestaat uit een tafelbergplateau te midden van de vlakke savanne. Het laatste gedeelte van de rots is kaarsrecht. De wolken blijven vaak hangen boven deze berg waardoor er veel regen kan vallen.
We hebben een goede nachtrust in ons knusse tentje op het dak van de auto.

Zaterdag 25 oktober.

Onze eerste volledige dag in Namibië begint meteen warm. We zijn al vroeg op omdat we er ook al vroeg in lagen. Waarschijnlijk houden we dat ritme aan. Het kan hier 40 graden worden dus als je wat wilt doen moet dit ’s ochtends gebeuren. Om 7 uur beginnen we aan een wandeling rond dit terrein. We doen de dassietrail. De dassie of klipdas kennen we nog van de tafelberg bij Kaapstad. Het is familie van de olifant maar het is beslist geen eeneiige tweeling. Dassies liggen vaak languit op een rots, ze zijn vrij fotogeniek. We zien uiteraard dassies maar ook weer veel vogels.
’s middags gaan we naar het officiële park Waterberg. We kamperen nl. buiten het park op particulier terrein. Daar maken we 2 wandelingen waarvan er een naar de top van het plateau leidt. Er zitten hier veel bavianen en wrattenzwijnen. Eigenlijk zie je continu wel ergens een beest. Is het geen vogel dan is het een aap of een grondeekhoorn of een wrattenzwijn. De bossen zijn een stuk levendiger dan in Canada, waar het muisstil kon zijn.
’s Avonds op onze kampeerplek maken we gebruik van de braai. We zijn niet alleen. Overal om ons heen ritselen de gerbils.

Zondag 26 oktober Waterberg

’s Ochtends om 8 uur hebben we een wandeling onder begeleiding van een gids. Ook hier gaan we naar de top van het plateau. Tot onze verbazing blijken daar, gezien de uitwerpselen en sporen, ook neushoorns, luipaarden en elanden rond te lopen. We zullen echter geen groot wild spotten we moeten het doen met een paar zwarte mangoesten. Onze gids vertelt aardig wat over zijn eigen stam, de herero’s maar weinig over de aanwezige planten en dieren. Het is wel interessant om wat te weten te komen over de herero’s maar volgens mij was dat niet de bedoeling van deze trip.
Om half elf zijn we weer terug.
Om 4 uur hebben we met dezelfde organisatie(Waterberg Wilderness) een game drive. Tot die tijd doen we helemaal niets. Maar dat is met 40 graden al zwaar genoeg.
De eigenaar van Waterberg Wilderness heeft 3500 ha aan grond. Hier bevinden zich 2 witte neushoorns met wie we een close encounter zullen krijgen. Daarnaast bevat het park nog vele andere dieren. Op onze tocht met een jeep voor 9 personen zien we in chronologische volgorde: hartebeesten, giraffen, springbokken, gnoes, witte neushoorns, oryxen, zebra’s en dikdiks.
De neushoorns bevinden zich op open terrein. We parkeren de auto bij de vlakte en worden begeleid door JJ (op z’n Engels). JJ vertelt dat hij de neushoorns al sinds 6 jaar volgt. Ze zijn zijn kindjes. Omdat ze zijn geur en gezicht kennen mogen we zolang we bij JJ staan heel dicht bij komen. We kunnen de prehistorische dieren bijna aanraken. Machtig mooie beesten zijn het. Baby’s zijn er nog niet daarvoor moet het vrouwtje rond de 10 zijn, ze is nu nog maar 8.
Alle overige beesten die we te zien krijgen, zijn niet fotografeerbaar. De meeste dieren zijn behoorlijk schuw, wat meestal inhoudt dat ze bejaagd worden. In Etosha gaan we de dieren vast beter kunnen bekijken.
Na de neushoorns rijden we nog wat door het park waarbij we nog wat beesten zien. Hoogtepunt voor ons is de grote trap, een machtige vogel die tot 1.40 groot kan worden. Dat is natuurlijk nog niet zo groot als de overtreffende trap.
Na afloop hebben we een maaltijd in het restaurant van Waterberg Wilderness. We krijgen een verrassingsmaaltijd, er is nl. geen menukaart. Vooraf hebben we bonensoep, tussendoor een rodebietensalade als hoofdgerecht een heerlijk stukje vlees met groenten en mijn favoriet een aardappelgratin en als toetje citroencake. Omdat Bar niet alles op kan eet ik ook haar aardappelgratin en omdat onder de enige 2 andere eters een zieke is eet ik ook nog een extra stuk vlees. Daarmee vul ik hopelijk alles weer aan wat ik onderweg met de hitte en de magere maaltijden heb verloren.

Maandag 27 oktober Tsumkwe

We zijn uiteraard vroeg op(6:30). We maken ons op voor een lange rijdag naar Tsumkwe, op de weg naar Botswana. Het eerste stuk gaat over de gravelweg naar Grootfontein. De weg wordt steeds beter waardoor we bijna 80 gaan. Het is echter geen hoofdweg waardoor stukken weg bij boerderijen horen die eindeloos veel land om zich heen hebben. Land is hier niet schaars. Barbara moet een paar keer uitstappen om een hek te openen en uiteraard weer dicht te doen(vergeet nie het hek toe).
In grootfontein doen we boodschappen en tanken we bij. Er gaan 50 liter in maar omdat we 2 70-litertanken hebben waarbij de brandstof verdeeld moet worden, duurt het eindeloos eer de pompbediende klaar is met zijn werk.
Vanaf grootfontein rijden we nog een stuk op de snelweg maar algauw moeten we afslaan om nog 220 km gravelweg te rijden. Het landschap verandert licht. De struiken worden nu afgewisseld met wat bomen en de weg is niet meer rood maar wit verder blijft het savanne. De weg is een hoofdweg en van zeer goede kwaliteit. We rijden soms tegen de 90 aan. Na zo’n 60 km hebben we het laatste dorpje achter ons gelaten. We zijn in het land van de San oftewel de Bosjesmannen.
Er rijdt nauwelijks iemand op de weg wat goed uitkomt omdat iedere tegenligger een enorme stofwolk met zich meebrengt. We wanen ons dan ook in niemandsland als we onder een lommerrijke boom staan te lunchen. Toch komen uit het niets 2 slecht verzorgde vrouwen met 2 kindertjes op ons af. Ze willen duidelijk iets aan ons verkopen. We geven ze het broodje dat over is van de lunch. Geen idee of we hiermee een goede daad hebben verricht.
Voor vieren zijn we op onze plaats van bestemming; Tsumkwe. We logeren op de camping Country lodge. Het is hier een stuk frisser dan gisteren.

Dinsdag 28 oktober Okavangodelta Guma Lagoon lodge

We hebben niet zo goed geslapen, het regende af en toe licht en op de achtergrond rommelde het.
Toch pakken we nog genoeg slaap om uitgerust op te staan. Op de achtergrond is de lucht donker en rommelt het maar we zitten net nog in het goede gedeelte. De bui gaat langs ons heen. Het is wellicht de vooraankondiging van het regenseizoen.
Het wordt vandaag een lesje in het gebruik van de 4*4. We vertrekken om 8 uur op weg naar Botswana. Volgens Googlemaps zouden we er 3 uur over doen maar we zullen uiteindelijk pas om 17:15 op de plaats van bestemming zijn.
We beginnen bij de grote holle boom, een uitgeholde baobab, die vlak na Tsumkwe te vinden moet zijn. Een bordje met daarop de tekst Holleboom wijst naar rechts een zandpad in.
We nemen het zandpad maar komen al gauw een splitsing zonder bordje tegen. We rijden nog even door maar door de sleuf is het lastig rijden. We gebruiken de vierwielaandrijving om niet vast te komen zitten. Het is even spannend en het duurt ons te lang eer we de boom zien. We keren daarom maar om en vervolgen de onverharde maar goed begaanbare weg naar Botswana. We komen geen een tegenligger tegen en we worden ook niet ingehaald. Het lijkt wel alsof we de weg voor ons zelf hebben afgehuurd. We hebben dan ook niet de meest gangbare route naar Botswana genomen, de meeste mensen zullen via Rundu gaan maar dit scheelt echt een hele hoop kilometers. Bij de grensovergang moeten we allerlei gegevens invullen over de auto. Uit het logboek maken we op dat we de 2e auto zijn die hier de grens passeren. Namibië uit vergt dus wat formaliteiten. Botswana in is wat primitiever; er is een hek en nog een hek en nog een hek. Bij gebrek aan personeel openen we zelf de hekwerken. Zo rijden we Botswana binnen. Na het derde hek komt er een vrouw aanlopen die verzoekt ons achteruit te rijden omdat de auto moet worden bespoten en de schoenen ontsmet moeten worden tegen mond-en-klauwzeer.
Na de hekken zitten in een klein hok maar liefst drie man die flink wat werk hebben aan de administratie. We kunnen gelukkig zonder problemen verder. Op naar de Okavangodelta.
Op de kaart ontbrak na de grens de weg. Dat is niet zo heel gek want er is eigenlijk alleen een zandpad. Gelukkig komen we er met onze 4*4 doorheen maar een gewone auto was hier gestrand. Na 30 minuten ploeteren, komen we weer op een bredere betere onverharde weg waar we weer 60 km kunnen halen. 120 km lang rijden we langs dorpjes met lemen hutjes waar op primitieve wijze veeteelt wordt gedreven en zien we heel veel savanne. De 3 wegrennende struisvogels voor ons neus, is het hoogtepunt van deze route.
Als we bij de Okavangodelta zijn, hebben we eindelijk asfalt. De asfaltweg hadden we kunnen volgen tot aan het bord naar de lodge maar we dachten dat we bij de dorpjes genaamd Etsha af moesten slaan. Zo rijden we weer kilometers onverhard maar krijgen we wel Botswaanse kinderen te zien die van school afkomen en zien we primitieve dorpjes met schattige lemen ronde hutjes. Uiteindelijk komen we weer op de asfaltweg uit toevallig bij het bord met de afslag naar de lodge. We moeten nog eens 12 km over een zeer slechte zandweg rijden. Af en toe lijken we vast te komen zitten maar we komen er gelukkig steeds uit. Na 12 lastige kilometers door sleuven en langs uitstekende takken arriveren we bij de Guma Island lodge, het is dan ondertussen 13:30. Het is niet de driesterrenaccomodatie die we verwachtten en we hebben problemen met geld. Ze accepteren tegen de verwachting in geen Namibische dollars en de creditcard werkt niet. Euro’s worden wel geaccepteerd maar we hebben niet genoeg om alles te betalen. De receptioniste adviseert ons om naar de Guma Lagoon lodge te gaan. Die ligt op 10 minuten rijden van hun lodge. Dat is natuurlijk de driesterren lodge die we wilden hebben. Kennelijk liggen ze dicht bij elkaar en zijn er geen bordjes op de route. We besluiten om dan naar de andere lodge te gaan. De receptioniste was nog zo vriendelijk om te zeggen dat we rond het vliegveld moesten rijden. We hadden geen vliegveld gezien maar op de weg terug is dat toch duidelijk aanwezig. Na het vliegveld slaan we linksaf een zandpad in met wel heel veel rul zand. Hier begint de ellende, we zitten vast in het zand. Achteruit, vooruit het werkt niet. We gassen maar we mogen de motor niet verzuipen. We graven onszelf uit met de voor dit soort ongemakken aanwezige spade waarna we een paar meter verder weer vastzitten. Dit ritueel herhaalt zich een aantal maal. De paniek begint enigszins toe te slaan. Doemscenario’s spelen door ons hoofd. Moeten we hier overnachten of moeten we lopend proberen de lagoon lodge te bereiken? Ligt de lodge wel op deze route? Een politieauto rijdt bij de t-splitsing voorbij. Ik weet hem tegen te houden. De agent is aardig en weet ons, kennelijk met een betere techniek eruit te krijgen. Als hij is vertrokken zitten we algauw weer vast. Met achteruit rijden lukt het ons om verder te gaan. Verderop echter is het definitief gebeurd, we zitten vast en we gaan niet meer loskomen. Ik besluit om te gaan lopen. Het kan nooit ver meer zijn. Bar blijft achter bij de auto. Ik spreek af dat ik er anderhalf uur over doe. Het is ondertussen 4 uur. Als ik niet slaag om de Lagoon lodge te bereiken, zijn we gedwongen om de nacht op de weg door te brengen. Gezien de uitwerpselen is het niet ongevaarlijk. Waarschijnlijk maken nijlpaarden gebruik van deze plek om hun behoefte te doen.
Na 20 minuten lopen bereik ik het kamp dat een waar paradijsje blijkt te zijn. Ze accepteren gelukkig creditcards. Ik stap in bij een stevige kerel die met 60 km/u door de zanderige sleuven en door de weilanden langs de koeien scheurt. Als hij onze gestrande auto ziet, moet hij lachen. Hij gelooft niet dat we vastzitten. Het blijkt dat we toch meer ons best hadden moeten doen op de 4l. Wij kregen die versnelling niet te pakken. De kerel van de lodge weet hem er echter wel in te krijgen, zij het met brute kracht. Afijn, om 17:15 zitten we aan het fris en drinken we een liter water weg. ’s Avonds zitten we aan het water van de delta te genieten van een heerlijke Afrikaanse maaltijd. Het leven is mooi.

Woensdag 29 oktober Okavangodelta Guma Lagoon lodge

Onze Zuid-Afrikaanse buren die hier voor het vissen zijn, praten rond een uur of 5 hardop. Gelukkig zijn we dan al wakker. We lagen er al om 21:30 in. Dus dan hebben we toch 7 uur geslapen.
Als Bar de rits aan de zijkant opendoet, schrikt ze zich lam. Vlak voor haar neus op het dak van onze auto wordt ze aangekeken door een Afrikaanse bosuil. Een prachtig beest maar wat lijkt ie tam. Als we opgestaan zijn, wordt ons verteld dat de uil hier is opgevoed, we kunnen het beest zelfs gewoon aaien.
We ontbijten eerst in het restaurant voordat we gaan beginnen aan de door ons gisteren geboekte Mokorotrip. De mokorotrip is de meest voor de hand liggende trip om te maken in de delta. Een mokoro is een soort kano die wordt voortgeduwd door iemand met een stok met aan het eind een vorm van een wichelroede.
We vertrekken samen met 2 andere gasten om 7:30 in een motorboot op weg naar de mokoro’s.
Onderweg zien we een krokodil en daar vlak bij een prachtige helblauwe ijsvogel.
Information is de naam van onze gondelier of mokorolier. Hij weet alles van vogels. Gedurende 4 uur worden we door de delta gevaren, 2 keer stappen we uit op een eiland om wat te wandelen maar voor de rest varen we door de prachtige delta. Het is een paradijs voor de vogels en dus ook voor de vogelaar. Het aantal reigers en aalscholvers is niet te tellen. Er zijn verder tientallen vogelsoorten die hier hun leven lijden. De jacana’s zijn het grappigst. Zij worden ook wel jezusvogels genoemd omdat ze over de waterlelies lopen zonder weg te zakken. Hoogtepunten zijn de karmijnrode bijeneter, een zwarte ooievaar en een nest met jonge slangenhalsvogels. Information vertelt ons van alles en voert ons tussen het papyrusriet, dat hier overvloedig aanwezig is, door de diverse geulen. Het is een prachtige belevenis.
Op de wandeling pauzeren we nog even waarbij we een praatje maken over de politiek. Hij leert wat van ons democratisch stelsel en wij wat over hun stelsel. Information is verrast dat we zoveel partijen hebben. Bij hun is er altijd maar 1 partij aan de macht. Hij hoopt dat over 5 jaar Umbrella de macht overneemt. Verder leert Information ons iets over de gebruiken van zijn volk. Allerlei planten worden gebruikt voor diverse zaken zoals bv. het ontkroezen van haar.
We hebben erg genoten van de tocht en weer heel veel mooie vogels gezien maar het was toch vooral de setting met al dat riet en de smalle vaargeulen die het fascinerend maakte.
’s Avonds dineren we opnieuw in het restaurant aan het water. Wat een luxe.

Donderdag 30 oktober ergens in de buurt van Popa

Vanuit de lodge krijgen we tezamen met nog 1 andere auto een escort terug naar de asfaltweg. We blijven ditmaal niet steken in het zand, mede omdat het zand ’s ochtends een stuk vochtiger en dus minder rul is. We hebben een niet zo lange route. Tot de grens is het ongeveer 120 km na de grens nog amper 30.
Tijdens de rit door de bushbush hadden we al een paar keer een blauwe scharrelaar gezien maar toen hadden we niet de kans om stil te staan. Op het asfalt is het makkelijker dus als we de scharrelaar zien zitten op de telefoondraden nemen we de kans waar om deze prachtige vogel op de foto te zetten. Het lijkt wel alsof de scharrelaar samen met de karmijnrode bijeneter vandaag zijn uitgezet, want we zien er meer dan een handvol. Zo heb je zo’n vogel nog nooit gezien en zo zie je er op eens behoorlijk veel.
Deze grensovergang is inderdaad wat toegankelijker. We moeten echter wel weer alle gegevens over ons voertuig invullen. Direct na de grens rijden we het 245 km2 groot natuurpark Mahanko in. 1 minuut na een bord met een waarschuwing voor overstekende olifanten, zien we een drietal olifanten lopen. 12 km verderop, voor ons aan het eind van het park, is de receptie. We betalen de entree van het park en krijgen informatie over 2 routes die ook met een gewone auto te berijden zijn. Een van de 2 routes voert langs een rivier waar veel leven is. We zien nog veel meer olifanten die zich o.a. met zand bespatten, we zien veel nijlpaarden in en uit het water, diverse herten- en bokkensoorten, zebra’s en in de verte apen en buffels. Er zouden ook nog leeuwen en luipaarden moeten zitten maar de roofdieren bewaren we voor Etosha. Het park is lekker kleinschalig en toch doet het qua dieren niet onder voor andere grotere parken.
De tweede route is minder spectaculair maar door de aanwezigheid van een struisvogelpaar met welgeteld 16 jonkies toch onvergetelijk.
We logeren in de Nunda river lodge. We staan met onze tent aan de rivier. Dit is toch wel mooi kamperen zo. We maken gebruik van de voor de lodges aanwezige faciliteiten maar betalen voor het kamperen slechts een kwart van wat de lodgegebruiker betaalt.
’s Avonds alweer lekker in het restaurant gegeten, het zal geen toeval meer zijn.
De eigenaar van het restaurant, een Schotse Namibiër maakt met al zijn gasten een babbeltje. Met ons doet hij dat in het Afrikaans. Het is van beide kanten goed te volgen.
 

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

3 Reacties

  1. Natas:
    1 november 2014
    Het lezen zorgt voor enige jaloezie. Maar wat heerlijk dat jullie zoveel zien en genieten. Enjoy!
  2. Klaas:
    2 november 2014
    leuk om de avonturen van De Rat en co weer te lezen!
  3. Ruben:
    3 november 2014
    Gaaf hoor! Klinkt erg goed allemaal. Wel balen om zo vast te zitten met de auto. Voordeel is wel dat je dan extra geniet van je biertje als je veilig in je lodge bent.

    Veel plezier!

    Groeten,

    Ruben